De boom staat in de kamer
Halleluja
De boom staat in de kamer
Halleluja
En aan die boom daar zit een tak
Een ruze tak, een pracht van een tak
Sjongejongejonge wat een tak is dat
En de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer
Halleluja
De boom staat in de kamer
Halleluja
En aan die tak daar zit een bal
Een ruze bal, een pracht van een bal
Sjongejongejonge wat een bal is dat
En de bal aan de tak
En de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer
Halleluja
De boom staat in de kamer
Halleluja
En bij die bal daar brand een kaars
Een grote kaars, een dikke kaars
Sjongejongejonge wat een kaars is dat
En de kaars bij de bal
En de bal aan de tak
En de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer
Halleluja (halleluja)
De boom staat in de kamer
Halleluja
En bij die kaars daar ligt een krans
Een chocolade boterkrans
Sjongejongejonge wat een krans is dat
En de krans bij de kaars
En de kaars bij de bal
En de bal aan de tak
En de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer
Halleluja
De boom staat in de kamer
Halleluja
En aan die krans daar zit een kind
Een zeikend kind, een klier van een kind
Sjongejongejonge wat een kind is dat
En het kind aan de krans
En de krans bij de kaars
En de kaars bij de bal
En de bal aan de tak
En de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer
Halleluja
De boom staat in de kamer
Halleluja
En bij het kind daar staat zijn ma
Een boze ma met een hernia
Sjongejongejonge wat een hernia
En de ma bij het kind
En het kind aan de krans
En de krans bij de kaars
En de kaars bij de bal
En de bal aan de tak
En de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer
Halleluja
De boom staat in de kamer
Halleluja
...
En ma die pakt een kerstkalkoen
Die wou ze in de oven doen
Sjongejongejonge wat een prachtkalkoen
En de kalkoen bij de ma
En de ma bij het kind
En het kind aan de krans
En de krans bij de kaars
En de kaars bij de bal
En de bal aan de tak
En de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer
Halleluja
De boom staat in de kamer
Halleluja
Met de kalkoen geeft ma een knal
Boven op zijn bowlingbal
Een fikse knal, een harde knal
Sjongejongejonge wat een knal was dat
En het kind raakt de kaars
En de kaars op de grond
En de vlam in zijn broek
En zijn broek in de hens
En zijn haar in de brand
En de vlam is te groot
En het vuur is te heet
En het huis in de fik
En het kind is verkoold
En de ma uit het raam
En pa rijd haar aan
Want hij zag haar niet staan
En hij klimt in de boom
En verhangt zich in de kamer
Halleluja
Verhangt zich in de kamer
Halleluja
Maar de boom bleef ongedeerd
Want hij was geïmpregneerd